Bijensterfte door de klimaatverschuiving

BIJENSTERFTE – een stuifmeelprobleem (onderzoek 2005-2006)

Goed ontwikkelde, vitale winterbijen met een goed eiwit-vetlichaam en een immuunsysteem dat op punt staat om ziekteverwekkers af te houden dat is de remedie tegen wintersterfte.
Alle virussen, die nu bij de onderzoeken naar de sterfte gevonden worden, hebben altijd in de bijenvolken geleefd en er zullen er nog veel gevonden worden. Een gezond afweersysteem
( immuniteitsweerstand ) van mens en dier legt de drempel voldoende hoog opdat de ziekteverwekkers niet kunnen toeslaan. Een verzwakte weerstand zet de poort wagenwijd open voor alle mogelijke aantastingen.

De goede ontwikkeling van de jonge winterbij is volledig afhankelijk van een uitgebreid en rijk aanbod aan eiwitten, aminozuren, mineralen, vitaminen…. veel en divers rijk stuifmeel dus.
De jonge winterbijenlarven krijgen dit gedurende hun eerste 3 levensdagen toegediend via de voedersapklieren van de voedsters, de volgende 5 dagen onder de vorm van een mengeling van vers stuifmeel, honing en water.
Een eerste garantie op een goede ontwikkeling zijn dus de rijke voedersappen waarvoor de voedsters moeten zorgen. Daartoe moeten ook deze voedsters een goede ontwikkeling gekend hebben met veel rijk en gevarieerd stuifmeelvoeder (een 3-tal weken eerder) zodat hun voedersapklieren optimaal tot ontwikkeling kwamen. Een tweede garantie is een vers en gevarieerd stuifmeelaanbod tijdens de verdere groei van de larve.

De huidige klimaatverschuiving bezorgt ons warmere najaren en mildere, natte winters.
Onze zeer temperatuurafhankelijke bijen reageren hierop door hun broednesten veel later aan te houden. We vinden nu nog uitgebreid broed in de maanden oktober en afgelopen najaar zelfs nog in november. Dit betekent dat in de maanden augustus, september en gedeeltelijk oktober nog heel wat bijen, die vroeger winterbijen waren, nu nog volop moeten meehelpen met de zware taak van de opvoeding der larven. Deze hardwerkende bijen zijn nu geen winterbijen meer maar de rechtstreekse of onrechtstreekse opvoedsters van de huidige winterbijen.

Dit alles betekent ook dat, voor de goede ontwikkeling van huidige winterbijen, niet langer geteerd kan worden op het stuifmeelaanbod van de goede zomerdrachten, maar dat er goede najaarsdrachten moeten voorhanden zijn die vers en gevarieerd stuifmeel aanbieden. De maanden augustus, september en oktober zijn nu zeer belangrijke maanden geworden voor onze winterbijen.
Hier wringt nu juist het schoentje want onze natuur, die bij vroegere klimaatwijzigingen duizenden jaren de tijd had om de vegetatie geleidelijk mee te laten aanpassen, kan niet snel genoeg inspelen op de huidige opwarming van de aarde en het gevolg voor onze streken.
Wetenschappers spreken van een opwarming die nu in 100 jaar tijd even groot zal zijn dan de vorige opwarming van onze aarde van de laatste ijstijd tot nu !

Ons najaarsaanbod is er de laatste 50 jaar door de intensievere land- en tuinbouwtechnieken waarin elk ‘vreemd’ plantje geweerd wordt, al enorm op achteruit gegaan en nu onze bijen dit aanbod in het najaar dringend nodig hebben is het niet voldoende voorhanden en worden de winterbijen opgevoed met te weinig en niet genoeg gevarieerd stuifmeel of moeten ze het stellen met kwalitatief minder goede zomervoorraden die bedoeld zijn om de volwassen bijen de winter door te loodsen en te helpen bij de voorjaarsaanzet Het gevolg is duidelijk : verzwakte winterbijen met een verlaagde ziektedrempel en wintersterfte onder de bijenvolken.

Er is een on-evenwicht in onze natuur ontstaan tussen het aanbod (stuifmeel) en de vraag (het aantal bestuivers die van het stuifmeel afhangen). De natuur zoekt naar evenwicht en kan dit niet dadelijk vinden aan de zijde van het aanbod (nieuwe stuifmeelaanbod) maar wel aan de zijde van de vraag (minder bestuivers laten overleven). We kunnen nu de natuur zijn gang laten gaan en dan zullen de volgende generaties imkers tevreden moeten zijn met 30 à 50% minder bijenvolken,
of we kunnen trachten ons aantal volken te behouden, maar daarvoor zal bij iedereen een mentaliteitswijziging nodig zijn en moeten we de natuur een handje helpen.
De nadruk moet nu dringend gelegd worden op late najaarsbloeiers.

Volledige tekst : www.ardens.be/bijensterfte.pdf

divider